De Noorse boskat is een natuurlijk ras dat leeft in de bossen van Noorwegen. Aangenomen wordt dat de Noorse boskat een afstammeling is van de huiskat die door de Romeinen is geïntroduceerd. Het is samen met de Maine Coon het grootste kattenras. Daarom worden ze vaak met elkaar verward. Toch hebben ze niets met elkaar gemeen.
Zijn verre voorouders waren waarschijnlijk kortharig. Door aanpassingen aan het heftige klimaat in het noorden van Noorwegen konden de sterkste katten – namelijk die met een langere, dichte, waterbestendige vacht, en een goed overlevingsinstinct – beter overleven.
De Noorse boskat was bijna uitgestorven na de Tweede Wereldoorlog. De weinige overgebleven katten werden toen gekruist met de Noorse huiskat, wat het bestaan van de Noorse boskat als puur ras bedreigde. Pas in 1970 werd er in Noorwegen een serieus fokprogramma gestart ter behoud van de zuivere Noorse boskat. Daarom is het niet toegestaan de Noorse boskat met een ander ras te kruisen.
De Noorse Boskat komt in het wild nog altijd voor maar als huiskat wordt hij steeds populairder. Het stoere uiterlijk spreekt aan. De kenmerkende pluimpjes in zijn oren doen denken aan de Lynx. Daarom wordt hij ook wel de kat-lynx genoemd. Eveneens opvallend is zijn woeste pluimstaart. Noorse Boskatten kunnen egaal van kleur zijn, maar ook gestreept, gemarmerd of gevlekt. Ze komen in veel verschillende kleuren voor.
Het karakter van de Noorse Boskat is sociaal naar mensen en dieren, tot op hoge leeftijd speels en lief voor kinderen. Hij is in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Maine Coon zeer intelligent en leergierig maar ook erg nieuwsgierig. Waar jij gaat, gaat de Boskat graag met je mee.
Ondanks zijn halflange haren heeft de vacht van de Noorse Boskat niet veel verzorging nodig. Een keer in de week de kam door zijn haar is genoeg. Bijzonder aan die vacht is een waterdichte ondervacht. De kat verliest in het voorjaar die ondervacht. Dan is het noodzakelijk om dagelijks te kammen. Hiermee verwijder je dode haren.
Niets is vervelender dan een kattenallergie. De Noorse Boskat is een zogeheten hypoallergene kat, die niet het eiwit aanmaakt waar mensen allergisch voor kunnen zijn. Je kunt dus gewoon kiezen voor de Noorse Boskat!
Een (zeldzame) ziekte die alleen bij Noorse Boskatten voorkomt is GSD IV. Helaas worden kittens met GSD IV vaak dood geboren. Kittens die de geboorte wel overleven krijgen over het algemeen na ongeveer 5 maanden de eerste symptomen. Noorse Boskatten met deze ziekte worden niet oud. GSD IV is niet te genezen. De uitzonderlijk mooie witte Boskat op de foto is hoogstwaarschijnlijk doof. Dat komt bij de witte exemplaren helaas vaak voor. Deze leeft ook niet in het bos zoals de indruk ons wekt maar bij een gezin en wordt uitgelaten aan een riem met een tuigje.
Oud worden doet de Noorse Boskat niet. 12 jaar is gebruikelijk maar je hebt altijd uitzonderingen die wel een hoge leeftijd bereiken.
Aanleiding voor dit verhaal was de Noorse Boskat Chewbie. Een mooi meisje van 1 jaar oud, die vorige week dinsdag voor mijn voeten lag: