Op deze website met name verhalen over bijzondere katten, zowel klein als groot. Maar toen ik gisteren werd begroet door een “straatkat” (het was een heilige Birmaan) die me spontaan een kopje kwam geven, realiseerde ik me zelden aandacht te schenken aan het gewone kattenvolk dagelijks om ons heen.
Bij een straatkat denk je aan het loslopend “tuig” dat uitgerekend jouw mooie tuin als toilet gebruikt, vecht met de andere katten en de vogels de stuipen op de veren jaagt. Kortom, het kattentuig dat bij de wilde beesten af de beest uithangt.
Maar net als bij mensen heb je onder de straatkatten wel opgevoede dames en heren en een categorie die zich letterlijk van niemand iets aantrekt. Dat zijn de brutaalste en misschien ook wel de leukste katten om even bij stil te staan en een “praatje” mee te maken. Immers, die kleine pluizige schoffies zijn niet bang.
Als je op straat de katten observeert zie je vrijwel onmiddellijk wie van hun baasje een luchtje mocht scheppen en wie het straatleven verkiest boven een warm plekje bij de haard. De kat die even is uitgelaten zoekt onmiddellijk een veilig heenkomen zodra hij ons in ’t vizier krijgt. Hij of zij duikt weg onder de struiken en komt pas weer tevoorschijn als we zijn doorgelopen. De straatkatten zijn nieuwsgierig van aard en zoeken ons op zoals de brutale kater in Bussum op de foto hierboven.
Er zaten een paar dames op een bankje met elkaar te kletsen en de kater zat er gezellig naast. Ik maakte een praatje met de vrouwen die me vertelde dat deze kater er altijd is en blijkbaar in de buurt zijn huis heeft. Opvallend is verder dat hij alleen aandacht heeft voor vrouwen en mannen negeert. Dat bleek te kloppen want hij liet zich door mij niet aanhalen. Zelfs poseren voor een foto had deze “meneer” geen zin in terwijl ik het bijna smekend aan hem vroeg.
Als je schrijft over katten vallen ze op straat en in tuinen eerder op. Het was een zonnige dag dat ik een klein zwart katje zag “dansen” in ’t gras. Gebiologeerd bleef ik staan en toen voltrok zich een vermakelijk schouwspel aan mijn ogen. De kat had insecten ontdekt en probeerde die te vangen. Nu weten we dat katten overdag niet goed kunnen zien, ze gaan af op reuk en geluid. Beide zintuigen zijn veel beter ontwikkeld dan van ons. Waarschijnlijk gebruikte dit katje zijn oren om de insecten te vangen maar greep hij keer op keer mis.
Naast mij wonen Jut en Juul. Ze hebben mooiere namen maar die vergeet ik altijd. Het zijn een rode kater en een egaal zwarte poes. Wij kennen elkaar al jaren. Jut en Juul zijn onafscheidelijk. Ze wonen net zoals ik in een flat maar hun baasje heeft een ladder gemaakt zodat ze via het balkon naar de gemeenschappelijke, grote tuin kunnen of naar de straat die gelukkig doodloopt en redelijk verkeersveilig is. Op zonnige dagen zie ik ze liggen op daken van geparkeerde auto’s of op het zadel van de motor van onze buurman. De rode kater laat zich aanhalen, de zwarte poes niet.
Over het algemeen kom je raskatten zelden op straat tegen. Dat is ook logisch. Wie een raskat bezit heeft veel geld uitgegeven en is bang dat hij wegloopt of gestolen wordt. Maar ook een raskat houdt van avontuur en is nieuwsgierig naar soortgenoten. Het is dus raadzaam om je dure kat te laten chippen voor het geval dat hij ontsnapt (typische katteneigenschap) en de grote wereld gaat verkennen. Lees hier mijn verhaal over weggelopen de Turkse Van kat die ik ontdekte op een terrasje in Amersfoort. Ook leuk is de Ragdoll die altijd mee gaat voetballen.
Overigens raad ik chippen van je katten altijd aan. Hoe vaak zien we niet een oproep als een kat is weggelopen? Je kat is toch een soort kind van je waar je veel om geeft.
Door Corona is het rustiger op straat geworden. Er is minder verkeer. Dat is te merken aan meer katten op de straten. Maar dat komt ook door de thuiswerkers. Hoewel onze katten gezelschapsdieren zijn hebben ze ook veel slaap en rust nodig. Continu drukte in nota bene hun huis, hebben ze moeite mee. Als er geen rustig plekje voor ze in huis of de tuin voor ze te vinden is, vluchten ze de deur uit. Houd daar dus rekening mee en geef ze indien mogelijk een kattenhuisje waar ze zich ongestoord in kunnen terugtrekken. Zo’n kattenhuisje zijn in tal van (dure) uitvoeringen te koop maar kun je ook zelf maken van een stevige kartonnen doos. Leg er wel altijd een kussentje in.