Men zegt dat een kat zijn baasjes altijd zelf uitzoekt. Onze buren hadden een poes. Op een dag raakt de poes zwanger. Tot haar schrik ziet mijn moeder dat deze poes haar jongen heeft geworpen in óns huis. Ze brengt de poes met de kittens naar de buren toe. Vergeefse moeite want de volgende dag sleept moederpoes haar kroost weer terug naar ons huis. Dat ritueel herhaalt zich tot de buurman de kat met haar jongen opsluit. De kittens groeien op en het wordt tijd om een goed tehuis voor ze te zoeken. Mijn moeder wil geen katten en dus gaan de kittens naar familie en vrienden van de buren toe. Twee poesjes neemt onze burgemeester die 300 meter verder woont.
Er gaan een aantal jaren voorbij tot op een dag er een kat op onze stoep zit. De kat heeft kale plekken. Mijn moeder haalt haar aan en vraagt zich af waarom de poes die lelijke kale plekken bezit en wie de eigenaar is. Dat blijkt onze burgemeester te zijn. Hij haalt de poes op en vertelt dat ze altijd erg schuw is en pillen krijgt maar die helpen niet.
Het huis van onze burgemeester is een gezellige beestenboel. Katten, honden, vogels en reptielen: zijn kinderen zijn er dol op. Ze zorgen zeer goed voor de dierentuin. Daar kan het dus niet aan liggen. Maar de kat staat de volgende dag weer voor onze deur en wil niet meer weg. In overleg met de kinderen van de burgemeester wordt besloten deze kat over te nemen. Inmiddels zijn we er ook achter dat ons huis haar geboortehuis is. En zie daar, na enige weken verdwijnen de kale plekken spontaan. De kat voelt zich blijkbaar in haar geboortehuis het meest op haar gemak. Ze loopt nooit weg en ik heb er een prima maatje aan.
Omdat ze nooit wegloopt en altijd in ons huis of onze tuin zit, is het vreemd dat ze op een dag spoorloos verdwijnt. Zoektochten leveren niets op. We zijn ten einde raad. Ik lig ’s nacht in bed en zie ineens een beeld voor me. In het huis van onze burgemeester zit onze poes op de trap. Dat huis is verder helemaal leeg. Ik stap uit mijn bed, kleed me aan en loop in het donker naar het huis van de burgemeester. Die is inderdaad zo te zien verhuisd. Ik wist dat niet. Ik roep door de brievenbus “Whisky”. Vrijwel onmiddellijk hoor ik een klagelijk miauw. Ik weet het nu zeker: onze poes zit opgesloten in haar oude huis.
De volgende morgen kan ik de sleutel krijgen en bevrijd ik haar. Dolblij loopt ze keurig achter me aan mee naar ons huis. Ze is nooit meer weggelopen en heeft de leeftijd van 23 jaar mogen bereiken. Whisky “voelde” blijkbaar aan dat haar vorige baas ging verhuizen en wilde afscheid nemen. Toen is ze per ongeluk door de verhuizers opgesloten. In mijn droom kwam ze me om hulp vragen.