In zag deze week een documentaire over Japan met een bezoek aan een konijneneiland en gelijk moet ik denken aan de katten van Japan. Het katteneiland als attractie is daar razend populair.
Bij ons wordt al jaren gediscussieerd over de huiskatten die zoveel schade aanrichten aan de natuur. Vogels, kikkers, salamanders en ander klein spul verdwijnt in de maag van onze knuffels. Oh, muizen natuurlijk ook maar daar vallen we niet over.
De kat als sublieme muizenvanger, heeft die reputatie al vele eeuwen. Niet alleen bij ons maar over de hele wereld. Japanse vissers namen katten mee naar de eilanden waar deze vissers woonden. De taak van de katten was het opruimen van de muizen. Daarnaast zijn katten volgens de Japanse cultuur geluksbrengers.
De kleine visserij was niet rendabel meer. Daardoor ontvolkten de eilanden en bleven de katten over. Die katten moesten natuurlijk wel verzorgd worden. Geen probleem. Inmiddels zijn de 17 Japanse katteneilanden een toeristische attractie. Uit de hele wereld komen kattenliefhebbers de eilanden bezoeken.
Probleem: de populaties werden groter en er braken ziektes uit. De overheid en lokale organisaties grepen in. Van het geld dat de toeristen betalen worden de katten nu beter verzorgd en zonodig gesteriliseerd of gecastreerd, zodat de populatie gezond blijft.
Omdat er nu geld aan de toeristen valt te verdienen komen sommige voormalige bewoners van de eilanden weer terug. De katten vinden al die aandacht en de lekkere hapje geweldig.
Japan is niet het enige katvriendelijk land. Ook in Turkije is men gesteld op katten. Tijdens de eerste lockdown, toen de steden uitgestorven waren, werden gemeenteambtenaren ingezet om de loslopende katten te verzorgen.