De relatie tussen ons en de huiskat is minstens 5000 jaar oud. Maar die relatie is niet altijd goed geweest. Vooral in Middeleeuwen werden katten gewantrouwd en beschuldigd van hekserij. Gelukkig is de kat begin van de 18e eeuw gerehabiliteerd.
De oude Egyptenaren verleenden aan katten een goddelijke status, wellicht omdat zij de voedselmagazijnen beschermden tegen knaagdieren. Deze katten werden “miw” genoemd, een klanknabootsing van miauw. De baasjes waren in rouw wanneer een “miw” stierf: dode katten werden gebalsemd en in houten kisten geplaatst. Poezen en leeuwinnen waren geassocieerd met Sekhmet, de zeer vereerde Egyptische godin van de oorlog, terwijl de katers werden toegeschreven aan de zonnegod Ra.
Het bezit van een kat was voorbehouden aan invloedrijke personen zoals koningen, koninginnen en keizers. Omstreeks 900 voor Christus waren katten gemeengoed. Ze werden zeer gewaardeerd voor hun muizen- en rattenvangst. En feitelijk is de muizenvangst nog steeds hun beste eigenschap.
De status van de huiskat verschilt van land tot land. In Japan worden katten bijna aanbeden. Een kat brengt je geluk is de gedachte van de Japanner. Daarom moet je goed voor katten zorgen. Dat doen ze ook. Nergens in de wereld geniet de kat zoveel liefde en zorg als in Japan.
Maar ook de Turken zijn kattenliefhebbers. De katten hebben in Turkije zelden een vast huisadres. Ze leven op straat maar worden door de gemeenschap goed verzorgd. Een zieke kat wordt onmiddellijk naar een dierenarts gebracht. En dat kan want de dierenartsen zijn daar nog betaalbaar.
De kattenreputatie van China is minder florissant. Het verschil in smaak tussen kattenvlees en een konijnenbout schijnt nihil te zijn. Chinezen eten alles wat rondloopt, rondkruipt of zwemt. Dus een kat in de pan klinkt aannemelijk.
Toch denk ik dat een kat geen lekker hapje is. Zijn vacht is veel aantrekkelijker. Dat was ook de mening van kunstenares Katinka Simonse beter bekent als TINKEBELL. In 2004 draaide zij haar tweejarige kat Pinkeltje de nek om. Ontdeed het dier van zijn vacht en maakte er een handtas van (zie inzet foto). Haar “kunstproject” gaf ze de naam: My dearest cat Pinkeltje.
Het leverde Katinka niet alleen landelijke publiciteit op maar ook een niet aflatende stroom haatmails en bedreigingen. De tas van Pinkeltje bleef haar lang achtervolgen. In 2014, tien jaar na dato, is er een nieuwe wet aangenomen die het verbiedt je huisdieren zelf te doden. De directe aanleiding voor die wet was de tas van Pinkeltje.
Tinkebell was overigens van mening dat als wij varkens, schapen, koeien, kippen en hazen zonder scrupules doden en opeten we niet zo hypocriet over katten moeten doen. Strikt genomen heeft ze daar gelijk in maar ik ben toch blij dat die wet er is gekomen.
Onze huiskat opofferen aan de bontindustrie komt gelukkig legaal nooit voor. Het dragen van echt bont is ook uit de gratie. Er zijn prachtige alternatieven van kunstbont die niet van echt zijn te onderscheiden. Helaas zijn de Amerikanen niet zo diervriendelijk als wij. Er wordt in dat land legaal gejaagd op pelsdieren zoals de Bobcat en de poema. Beide katachtigen worden op een vreselijke manier van het leven beroofd.
Onze huiskat heeft het goed en dat is terecht. Hij is een knuffel, een dondersteen, maar voor velen ook een troost. Hoe leuk andere huisdieren ook zijn, wij zouden niet meer zonder katten kunnen en zij niet meer zonder ons.